Kerk en staat

Op basis van onze grondwet is er een scheiding tussen kerk en staat. Dat betekent dat de staat uiterst terughoudend moet zijn in zaken die religie betreffen. De vraag is of dat in de praktijk ook zo is, denk bijvoorbeeld aan de troonrede. Ook is het een lang gebruik dat er vrije dagen zijn op basis van “Joods/Christelijke” feestdagen. We zijn daaraan gewend en hebben daar kennelijk geen moeite mee.

Nu met de toestroom van veel nieuwe Nederlanders met andere religies gaat het wat knellen. Deze nieuwe Nederlanders hebben ook recht op het vieren van hun feestdagen en het lijkt terecht dat daar ook vrije dagen voor komen. Probleem is echter dat de optelsom van religies een veelvoud zal betekenen aan vrije feestdagen ten opzichte van nu. Werkt dat dus wel? Het leven kan toch niet een groot feest worden?

Dat het knelt bleek deze week eens te meer uit de gerechtelijke uitspraak inzake offerfeest versus klassenfoto.

Het wordt tijd voor verandering. De staat moet zich verder niet bemoeien met de religies en vrije dagen op religieuze feestdagen moeten worden afgeschaft. Dat geldt zowel voor werkenden als scholieren. In plaats daarvan krijgt iedereen meer snipper- of vakantiedagen (ook scholieren) op basis van het nu geldende aantal feestdagen en iedereen kan dan vrij nemen om een feestdag te vieren die bij zijn/haar religie past.

Hiermee kunnen we een deel van de discussie over ongelijkheid, discriminatie en racisme voorkomen.

Ruud van Enter